Adam en Eva zijn de eerste voorouders in het gemeenschappelijke scheppingsverhaal van joden, christenen en moslims. Vanuit het Midden-Oosten hebben de drie religies dit verhaal in eigen varianten over de wereld verspreid, onder meer dankzij rabbi’s, priesters, kerkvaders, imams, kolonialen, missionarissen, migranten en moderne media. Populaire verhalen over Adam en Eva die niet in de Bijbel of de Koran staan, leefden voort via mondelinge overlevering. Waar lag het paradijs? Had Adam een baard? Hadden Adam en Eva een navel? Hadden ze seks in de Tuin van Eden? Het hoe en waarom van schepping, paradijs, slang en zondeval heeft vertellers in alle windstreken veelvuldig geïnspireerd tot onthullende verhalen, en kunstenaars tot verrassende afbeeldingen.